Op zijn blote knieën schuifelt de Griekse premier Alexis Tsipras van Brussel naar Athene. Er komt wel hulp, maar de prijs die Griekenland moet betalen is enorm. Als de Grieken in de eurozone willen blijven, is de gehate trojka de komende drie jaar de baas.
De linkse Syriza-partij won eind januari de verkiezingen met de belofte om een einde te maken aan de bezuinigingen. Daarnaast moest de o zo gehate trojka – de rekenmeesters van de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – naar huis. Griekenland wilde graag in de euro blijven, maar dan wel onder andere voorwaarden.
Wat volgde was vijf maanden onderhandelen. De ene top na de andere. Maar de conclusie is uiteindelijk dat de Griekse premier Alexis Tsipras niets heeft bereikt van wat hij beoogde. Sterker nog, hij heeft de prille economische groei om zeep gebracht en zijn land in een nieuwe, diepe recessie gestort.
Tsipras maakte de Grieken even trots
Het enige wat Tsipras de Grieken de afgelopen vijf maanden wel heeft gegeven, was een beetje trots. Na jarenlang slaafs te hebben gedaan wat de bureaucraten uit Brussel dicteerden, durfden Tsipras en zijn minister van Financiën Yanis Varoufakis de Brusselse bureaucraten en vooral ook de Duitsers tegenwicht te bieden.
Het massale ‘oxi’ (nee) van zondag 5 juli was de climax. Grieken dansten op straat om te vieren dat ze een ‘Stinkefinger’ hadden gemaakt naar Brussel en Berlijn. Het was vooral symbolisch, want het voorstel waarover de Grieken stemden, lag niet meer op tafel omdat de deadline al dagen daarvoor was verlopen.
Maar ook die enige verworvenheid van de Griekse regering onder leiding van Syriza, is afgelopen weekend weggegeven. Het akkoord dat in de nacht van zondag en maandag in elkaar is geflanst is vernederend voor de Grieken. Nog meer dan in het verleden verliezen de Grieken de zeggenschap over hun eigen land.
Brussel betaalt en bepaalt
Door zijn soms recalcitrante houding, maar vooral door het uitschrijven van een referendum verspeelde Tsipras het vertrouwen van zijn Brusselse tafelgenoten. En de prijs die hij voor dat verloren vertrouwen betaalt, is groot. De schuldeisers hebben de hervormingen en bezuinigingen die de Grieken nu zou moeten invoeren, feitelijk gedicteerd.
1) Niet het Griekse parlement, maar Europa bepaalt de komende maanden voor een groot gedeelte de wetgeving waarover gestemd mag worden. Brussel bepaalt dat de winkels in Griekenland langer en ook op zondag open mogen blijven, hoe hoog de belastingen zijn, wanneer Grieken met pensioen gaan en wanneer een Grieks bedrijf werknemers mag ontslaan.
2) Niet alleen bepaalt 'Brussel' hoe de wetten eruit moeten zien, de schuldeisers bepalen ook wanneer ze door het parlement moeten worden behandeld. Brussel gaat over de agenda van de Griekse volksvertegenwoordigers. De verhoging van de btw-tarieven staat op woensdag 15 juli op de agenda, de hervorming van de civiele rechtspraak op 22 juli.
3) Griekenland moet vaart maken met het privatiseren van staatsbedrijven. Dat is niet heel nieuw. Wat wel nieuw is dat van tevoren al vaststaat waaraan de opbrengst van die verkoop moet worden besteed. Van de circa 50 miljard euro die de hele operatie moet opleveren, gaat 37,5 miljard euro naar de Griekse banken en naar de aflossing van de schuld. Alleen het restant, daar mag Athene zelf over beschikken, mits dat gebruikt wordt om de economie te stimuleren.
Verloren soevereiniteit
"We zullen blijven vechten om onze verloren soevereiniteit terug te winnen", zei Tsipras na afloop van de besprekingen maandagochtend tegen journalisten strijdtlustig.
Het zal een lang gevecht worden, want de komende drie jaar wordt Griekenland niet vanuit Athene geregeerd, maar vanuit Brussel, Frankfurt, Berlijn en Washington. Zo niet, dan is er alsnog de 'soevereine' uitgang van de Grexit.
Oeps! We konden je formulier niet vinden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl